Chester: The Fall

Chester City, er zullen niet veel fans zijn die zo hebben geleden als die van deze club. Sinds afgelopen maart is de club niet meer. 125 jaar zijn ze uiteindelijk geworden. Een opvallende club is het nooit geweest. In 1930 werden ze in de Football League gekozen en vanaf die tijd speelden ze vooral in de laagste divisie. Van 2000 tot aan 2004 speelde de club zelfs in de Conference, iets dat ze dit seizoen ook deden. Nu lukte het alleen niet om het seizoen af te maken. De legacy van 125 jaar Chester City bestaat uit Ian Rush, de felle cross-border derby met Wrexham, enkele stunts in de FA Cup, drie maal de Welsh Cup en het opvallende feit dat het stadion gedeeltelijk in Engeland ligt en gedeeltelijk in Wales. Genoeg reden om aandacht aan deze club te besteden in een tweeluik. In het eerste deel een korte beschrijving van de ondergang van de club.

De ellende begon in 1990, toen Chester City haar thuisbasis Sealand Road moest verlaten, nadat de geldwolverige eigenaren van de club andere ideeën hadden met stadion. Sealand Road, het stadion waar ooit meer dan 20000 mensen kwamen om Chester met 2-3 te zien verliezen van Chelsea in de derde ronde van de FA Cup, maar ook het stadion waar Ian Rush zijn debuut maakte in de voetbalwereld. Het was ook het stadion waar de FA in 1935 een (onsuccesvol) experiment deed met twee scheidsrechters en de reden waarom Chester City als bijnaam The Seals hebben. Dat stadion, het spirituele huis van de club, werd ze afgepakt door de graaierige eigenaren. Twee jaar lang moest Chester in Macclesfield spelen, totdat ze intrek konden nemen in het klinische Deva Stadium. Dat is overigens geen foute commerciële naam, maar historisch erg verantwoord. Deva Victrix was namelijk het Romeinse fort dat op de plaats lag waar nu Chester ligt.

Deva Victrix, het Romeinse fort waar nu Chester ligt

De ellende zou alleen maar grote worden en dan heb ik het niet eens over de degradatie van de club naar de kelderdivisie. In 1998 kwam de club door een incompetente eigenaar in administration terecht. De Amerikaan Terry Brown nam de club over en had mooie verhalen over zijn wilde plannen. Het leek goed nieuws, maar bleek achteraf een hel te zijn. Brown – die amper iets van voetbal wist – ontsloeg al na een paar wedstrijden in het seizoen de manager en nam het tot verbazing van alles en iedereen zelf over. Zijn trainingsmethoden waren gebaseerd op American Football en sloegen totaal niet aan. Hij liet zijn spelers fastfood eten voor wedstrijden en stond voor de wedstrijden als een hysterische Amerikaanse tv-priester God aan te roepen in de kleedkamer. Dat was zijn peptalk. Nodeloos om te zeggen dat de club degradeerde naar de Conference. Voor het eerst sinds 1931 was er geen Leaguevoetbal meer in Chester.

Zelfs in de Conference werd het helemaal niets, ook al was Brown alleen in naam nog manager en had hij een stromannetje dat de trainingen gaf. De fans waren het beu en er werd zelfs een brandbom naar zijn huis gegooid. Brown bleef ongedeerd, maar kreeg door dat hij niet meer werd gepruimd door de fans en besloot de club te verkopen aan de Liverpoolse bokspromoter Stephen Vaughan. Opluchting bij de fans, nog niet wetende dat deze rat nog erger zou stinken dan Brown. In de Conference volgden nog vier donkere jaren, maar uiteindelijk slaagde club erin om kampioen te worden en terug te keren naar de Football League. Vaughan leek toch zo slecht niet, maar de fans hadden onraad moeten ruiken. Hij had – voor hij Chester kocht – in drie jaar tijd Barrow helemaal kapot gemaakt om maar het stadion in handen kunnen krijgen en dat te kunnen verkopen. Dat was mislukt, maar hij had nu zijn smerige klauwen stevig om Chester City geslagen.

Vuaghan deed eigenlijk weinig geks na de promotie, behalve dan dat Vaughan in 2006 ook voorzitter en eigenaar werd van de nabijgelegen rugbyclub Widnes Vikings. Een paar maanden later kwam de aap uit de mouw: Vaughan wilde Chester City verhuizen naar Widnes, zodat ze geen huur meer aan de gemeente hoefde te betalen voor het Deva Stadium. Ook wilde Vaughan de naam van de club veranderen in Chester-Halton, zonder City erachter. Dit omdat de gemeente Chester niet meewerkte met zijn plannen. Zo wilde hij het gemeentebestuur afstraffen. De fans waren het er helemaal niet mee eens. Ze zagen zowel de verhuis als de naamsverandering niet zitten. Het plan kon helemaal in de ijskast, op het moment dat Vaughan werd uitgekocht bij de Widnes Vikings. Hij had er financiële puinhoop van gemaakt bij die club en werd verdacht van fraude. De rugbyclub werd in administration geplaatst, maar door een lokale zakenman gered. Zij waren eindelijk van Vaughan af, maar Chester City was nog volledig in de greep van deze non-valeur en het zou nog erger worden.

Stephen Vaughan. De ijdeltuit die zelfs een tribune naar zichzelf vernoemde.

De dubieuze gebeurtenissen volgden zich daarna snel op. Er werd een minuut stilte gehouden voor een wedstrijd voor een criminele vriend van Vaughan. Dat vertelde hij echter niet, maar zette deze Colin Smith – die vermoord was in Liverpool bij een ripdeal – neer als iemand die achter de schermen veel deed voor de club. De club werd in administration geplaatst en het was onduidelijk wie er nu wat aan schulden had bij wie. De twee zoons van Vaughan (Stephen Jr. en James) kwamen ook bij de club spelen, waardoor Vaughan Sr. precies wist wat er in de kleedkamer werd gezegd. Stephen Jr. werd zelfs op 21-jarige leeftijd aanvoerder van de club. Tegenwoordig speelt hij voor Marine, een club twee divisies onder de Conference. Zo goed was Stephen Jr. dus niet, maar de familie van Vaughan had de club nu totaal in haar greep. Zowel op het veld als naast het veld. De site 200% heeft het perfect gecoverd, voor als iemand zich er meer in wil verdiepen.

De rechtbank had ondertussen genoeg van de zwendel van Vaughan Sr. en deed de uitspraak dat Vaughan Sr. imcapabel was om een bedrijf te leiden. Hij had drie weken tijd om Chester City te verkopen, anders zou de club van hem worden afgepakt. De inkt was amper gedroogd of Vaughan Jr. was behalve speler ook eigenaar van de club. Uiteraard had Senior nog de touwtjes in handen achter de schermen. Ondertussen was Chester City in de zomer van 2009 gedegradeerd naar de Conference en moest de club door de penibele financiële situatie met 25 minpunten beginnen aan het seizoen. Lange tijd was het zelfs de vraag of de club überhaupt nog zou starten in de Conference en niet al voor het seizoen zou verdwijnen.

Dat lukte uiteindelijk wel, maar het hele seizoen ging het maar over één ding: de financiële zwendel van Stephen Vaughan. Chester City zou het seizoen niet uitspelen. Op 6 februari speelde Chester City thuis tegen Ebbsfleet United haar laatste wedstrijd in 125 jaar. Slechts 460 mensen namen de moeite om te gaan kijken. De rest had het helemaal gehad met de Vaughan’s. Er werd in stijl afgesloten met een 1-2 nederlaag. Daarna lukt het niet meer om nog een team op de been te krijgen. Wegens het niet kunnen spelen van de wedstrijden werd de club op 26 februari uit de Conference gegooid. Op 10 maart verklaarde rechtbank de club failliet. Chester City was niet meer. Negen jaar Vaughan leverde 18 managerswisselingen op, afschaffing van de jeugdopleiding, degradatie naar de Conference, 25 minpunten en uiteindelijk het verdwijnen van de club. Er zijn mensen voor minder gelyncht.

De curator sluit de boel af. Chester City is niet meer.

4 Reacties op “Chester: The Fall

  1. William van Holsteijn

    Het verhaal rond deze club was me niet ontgaan; de details wel, vandaar veel waardering voor deze info. Het is triest dat dit zo is gegaan, maar als we in Nederland kijken….(Haarlem), Veendam en jouw Willem II, hoe is het bij deze clubs allemaal niet vergaan?
    Lijkt wel enigszins op het relaas van Chester City?
    Triest allemaal, maar brand is erger!

  2. William van Holsteijn

    Op de site Sealand Road pictures staan ‘geweldige’ foto’s van Sealnd Road ground, geweldig, maar ook triest!

    Trouwens RKC is ook zo’n mooi voorbeeld in Nederland!

  3. Maar die clubs zijn nog niet helemaal dood, weliswaar in comateuze toestand maar er is nog hoop. Haarlem is dood en begraven, voor die anderen bestaat hopelijk een oplossing. Het grote geld dat voetbal tot business heeft vervormd dreigt de ondergang te worden voor onze mooie sport, of dreigt het tot een elite onderonsje van the rich and famous clubs te reduceren. Zonde. Gelukkig dat fans soms nog het lef hebben om het heft in eigen handen te nemen en de legacy van clubs te doen voortleven.

  4. Pingback: That Final Day #6 « Doing the 116 Blog

Plaats een reactie