RIP Rushden

And now, the end is here. And so I face, the final curtain”, zong Frank Sinitra in zijn hit “My Way”. Een lied dat nu erg toepasselijk is op Rushden & Diamonds. Afgelopen week werd de club toegang geweigerd om in de Southern League uit te komen. Eerder al was bekend dat ze niet in de Conference (Premier, North & South) mochten spelen. Dit betekent dus dat The Diamonds niet welkom zijn in de hoogste acht divisies in de Engelse voetbalpiramide en het is een kwestie van tijd voor de stekker definitief uit de club wordt getrokken. In totaal heeft de club maar negentien jaar bestaan. Toch zal iedereen ze wel kennen, al was het maar door hun snelle opmars of het spel “Championship Manager”. Saai was het nooit in Irthlingborough, dus ze zullen niet snel vergeten worden. Ze deden het op ‘hun eigen manier’.

Rushden & Diamonds, wat heb ik van ze gehouden. In de jaren negentig ben ik een tijdje erg verslaafd geweest aan voetbalmanagersspelletje. Championship Manager, dat tegenwoordig Football Manager heet, was mijn favoriet. Je moest dan beginnen in de Conference en daar zat een heel interessante club in: Rushden & Diamonds. De club had een flink budget en een aardig stadion. Ideaal om dus, zonder te cheaten, snel de Football League in te komen. Ik heb ze zelfs een keer in de Premier League gekregen, terwijl ik in de jaren ervoor de LDV Vans Trophy en de League Cup had gewonnen. In Europa praten ze nu nog over mijn team. Onbegrijpelijk dat ik nog nooit door een club ben gebeld met de vraag of ik ze wil coachen. Misschien moet ik toch een keer mijn cv opsturen. Wie weet trapt er een club in.

Maar hoe kwam Rushden & Diamonds aan zoveel geld en zo’n goed stadion? Het antwoord is simpel: Dr. Martens. Het schoenenmerk, zo geliefd onder de skinheads die in de jaren 80 over de terraces heersten, is de drijvende kracht geweest achter de opkomst van de club. Het merk komt oorspronkelijk uit Duitsland, maar in 1960 kocht de Griggs Group het patent op de schoenen om ze in Engeland uit te brengen. De naam werd verengelst en vlak daarna werd de fabriek in Wollaston geopend. Wollaston ligt zo tussen Northampton en Kettering in, net naast de dorpjes Irthlingborough en Rushden. Niet vreemd dat juist daar de fabriek kwam, want Northamptonshire is dé schoenenstreek van Engeland. Zeg maar het Waalwijk van Engeland. Northampton Town heeft natuurlijk niet voor niets de bijnaam The Cobblers.

Maar even een stap in de tijd. 1992. Max Griggs, de eigenaar van Dr. Martens, ziet zijn lokale clubs ergens in de grijze massa van de voetbalpiramide hangen. Hij besluit daar wat aan te doen en geeft aan wat geld in het lokale voetbal te willen steken. Op zijn initiatief besluiten Rushden Town en Irthlingborough Diamonds te gaan fuseren. De nieuwe club gaat Rushden & Diamonds heten en ze gaan spelen op Nene Park van de Irthlingborough Diamonds. Ze starten in de Southern League Midland Division, zeg maar de zevende divisie. Een derde plek in het eerste jaar, wordt gevolgd door het kampioenschap. Op naar de Southern Premier League, waar ze na twee jaar ook kampioen worden. Destijds had je nog geen Conference North en South, dus na slechts vier seizoenen maakt Rushden & Diamonds al haar opwachting in de Conference.

Griggs was erg tevreden, maar wilde meer en dat was op termijn promotie naar de Football League. Overigens kun je hem niet vergelijken met de rijke eigenaren die je nu vaak ziet. Griggs zette er weinig druk op en zorgde dat alles bij de club er klaar voor was. Het stadion werd Football Leaguewaardig gemaakt en hij zette een jeugdopleiding op. Rushden & Diamonds werd dat eerste jaar slechts twaalfde, maar die prestatie werd gevolgd door tweemaal een vierde plek. In het seizoen erop (1999/2000) werd de eerste echte poging gedaan om te promoveren en dat lukt net niet. Achter Kidderminster Harriers, ook al zo’n mooie naam, werden The Diamonds tweede. Destijds promoveerde alleen de kampioen, dus een herkansing in de play-offs zat er niet in. Dat was ook niet nodig, want in 2001 werden ze kampioen, voor de huidige Leagueclubs Yeovil en Dagenham.

Rushden’s eerste seizoen in de League werd een succes, want ze werden meteen zesde. Play-offs dus. Rochdale werd opzij gezet en slechts 90 minuten waren The Diamonds verwijderd van een tweede promotie op rij. De finale in Cardiff werd echter verloren; Cheltenham bleek met 3-1 te sterk. Het jaar erop was het wél raak. Samen met Hartlepool en Wrexham waren ze verwikkeld in de strijd om de titel en uiteindelijk bleken The Diamonds de sterkste. Titel (en promotie) nummer drie in acht seizoenen. Rushden & Diamonds was een van de grootste succesverhalen in Engeland. Er zat wel geld achter, maar toch werd de club over het algemeen als sympathiek gezien. Het stadion was oké en Max Griggs stopte puur uit liefhebberij geld in zijn lokale club. Helaas bleek de titel in 2003 het laatste succes te zijn. In 2004 degradeerde de club gelijk weer terug, terwijl er op een plekje in de middenmoot was gerekend.

Het seizoen erop besloot Griggs, die 65 was geworden, het was rustiger aan te doen. Hij besloot om de club niet te verkopen aan de hoogste biedende partij, maar de club, het stadion en een groot stuk land rondom het stadion aan de fans te geven. Die hadden een Trust opgericht om de boel te gaan besturen. Verder zou Griggs ieder jaar een donatie van enkele tonnen doen om de club vooruit te helpen en zuiverde hij alle schulden weg. Eigenlijk stond de club niets in de weg om uit te groeien tot een stabiele club in League Two, maar het werd een totale wanorde. Managers kwamen en gingen en de selectie werd zwakker en zwakker. Aan het eind van het seizoen stond Rushden & Diamonds 24ste en dat betekende een enkeltje Conference. Ik bezocht nog de laatste wedstrijd van ze tegen Barnet. Vijf jaar Leaguevoetbal was er in totaal gespeeld in Irthlingborough.

Terug in de Conference wilde het ook maar niet lukken en de Trust besloot, tot woede van Griggs, het stadion en het land er omheen te verkopen aan de hoogstbiedende partij. Dat bleek Keith Cousins te zijn, iemand die weinig interesse had in voetbal, maar des te meer in centjes. Griggs was woedend en besloot na een laatste donatie diep teleurgesteld zijn handen van de club af te trekken. Hij voelde zich terecht genaaid. Het was allemaal weinig verheffend wat The Diamonds op het veld lieten zien en de eerste drie jaar terug in de Conference werd de club respectievelijk twaalfde, zestiende en elfde. Niet veel bijzonders dus, terwijl Cousins juist terug wilde naar de League om meer geld te verdienen. Daarom werd er in de zomer van 2009 flink wat geïnvesteerd en dat had resultaat: Rushden werd vierde en mocht meedoen aan de play-offs. Daarin bleek Oxford United in de halve finale te sterk.

Vorige zomer bleek al dat het een gok was geweest van Cousins, want in 2010 vertrokken alle goede spelers. Rushden & Diamonds werd een middenmotor en in december bleek dat de club flink wat schulden had opgebouwd. Cousins wilde de club, maar niet de velden en de omliggende gronden, verkopen en vond in Gary Calder iemand die daar wel interesse in had. Calder is in het Engelse non-league een beruchte naam. Iemand die veel neemt uit het voetbal, maar weinig geeft. Zo heeft hij Hornchurch op de fles laten gaan (tegenwoordig is er met AFC Hornchurch een doorstart van die oude cub) en dankzij hem is een grote en mooie club als Weymouth aan de bedelstaf en leven ze nog ternauwernood. Wat Peter Risdale is voor de leagueclubs, is Calder voor de non-league. Onbegrijpelijk dat die man niet in de ban is gedaan door de FA.

Afgelopen seizoen werd het annus horribilis voor Rushden. Dieptepunt was de zelfmoord van keeper en amateurinternational Dale Roberts. Hij liet Paul Terry, lid van die Tokkiefamilie, bij hem logeren nadat Rushden hem had aangetrokken. Terry had namelijk nog geen woning en Roberts vond het ook wel wat sneu om hem in een hotel te laten overnachten. Terry bedankte Roberts daarvoor door met de vrouw van die laatste naar bed te gaan. Dat was Roberts teveel en hij stapte uit het leven, de club in rouw dompelend. Verder was er de rel met spits Leon Knight die via Twitter zijn ongenoegen over Rushden & Diamonds uitte en een transferembargo. De spelers konden amper worden betaald en wilden voor de wedstrijd tegen Mansfield gaan staken. Pas na tussenkomst van de PFA (spelersvakbond), gingen ze toch het veld op.

Calder kwam er ondertussen achter dat er geen geld uit de club te halen viel en stapte in maart op. Ondertussen ging het van kwaad tot erger, want het bleek dat er echt geen geld meer was. Rushden kreeg vijf minpunten vanwege deze financiële malversaties, maar eindigde nog knap als dertiende. Daarna verliep alles in een stroomversnelling. Rushden bleek een schuld van 750.000 pond bij de belasting te hebben en die wilden dat geld zien. Dat had de club niet en ze konden niet de garantie geven aan de Conference dat ze aan al hun verplichtingen konden voldoen. Daardoor werden The Diamonds op 11 juni uit de Conference (North/South) gegooid en een paar weken later bleek dat ze ook niet welkom waren in de Southern League. De conclusie is daardoor duidelijk; einde Rushden & Diamonds. Kapot gemaakt door malafide figuren die hun zakken wilden vullen.

De fans zijn nu bezig om een AFC Rushden & Diamonds op te richten, dat in 2012/2013 in een lokale amateurleague gaat spelen. In Nene Park zijn ze echter niet welkom, want Keith Cousins, die nog altijd het stadion en de grond heeft, was juist heel erg blij met het faillissement. Imraan Ladak, voorzitter van het nabijgelegen Kettering Town, had namelijk al geïnformeerd of zijn club niet op Nene Park kon spelen en wil het stadion voor 25 jaar leasen. Dit tot ongenoegen van de fans van Kettering, die ineens naar een andere stad kunnen om in het stadion van de rivaal te gaan spelen. Het sluit ook meteen de weg af voor AFC Rushden & Diamonds om terug te keren naar Nene Park, nu Kettering er gaat spelen. Het zal zwaar worden voor de fans van The Diamonds, maar ik hoop dat het de fans doorzetten en volgend seizoen weer een club hebben.

5 Reacties op “RIP Rushden

  1. Prachtige bijdrage.
    Ongekend wat een kennis.
    Bedankt!!

  2. waarom heten al die doorstarten nu plots AFC? Weinig origineel … Anyway, ik heb maar 1 managerspel gespeeld in mijn jeugd, ik was er niet echt weg van omdat er in dat spel geen wedstrijdbeelden waren. Maar via Ceefax volgde ik de lagere reeksen wel en dankzij de naam “Diamonds” vond ik die club ook meteen wat hebben. De zelfmoord van de doelman herinner ik me ook nog, dat was in het merendeel van Europa nieuws in de sportkranten. Heel sneu hoe het daar geëindigd is. Hebben de mensen die de doorstart willen maken al een locatie om te spelen? De leagues hervatten binnen niet zo gek lang maar mits iedereen er voor wil gaan kan je heel werk gedaan krijgen, als iedereen er maar met volle overgave voor wil gaan.

  3. Pingback: Kettering & Diamonds? | Doing the 116 Blog

  4. Pingback: Kettering at Nene Park | Doing the 116 Blog

  5. De zaak rond Dale Roberts kwam voor het gerecht afgelopen week. Volgens een kennis slikte hij al enige tijd antidepressiva en was het overspel van zijn vrouw niet de enige factor. Naar verluid, als dat tenminste klopt, kreeg hij de dag voordien een SMS van de coach dat hij moest spelen, en kreeg hij toen een inzinking omdat hij de stress niet meer aankon.

    Of het klopt weet ik niet (de rechtzaak is nog gaande) maar als het zo is raakt dit me best wel. Ik ben zelf klinisch depressief en 1 van de redenen waarom ik nooit aan competitiesport heb gedaan is net het feit dat ik het mentaal niet aankan. Ik zou vanwege de stress constant angstaanvallen krijgen. Ik relativeer het voetbal wel, verlies of winst, het blijft een simpel spelletje. Maar goed, je wil je ploegmaats voor wie het wel meer betekent dan dat niet in de steek laten. Mijn mentale problemen waren 1 van de redenen waarom ik het idee aan competitiesport uit mijn hoofd heb gezet, zelfs op amateurniveau. Enkel G-voetbal (gehandicaptenvoetbal waar een aparte reeks voor mensen met mentale problemen bestaat) zou ik nog overwegen heel misschien.

    Zaken zoals Dale Roberts, Justin Fashanu, Robert Enke, Andreas Biermann, Neil Lennon, Seb Deissler (gelukkig overleefden die laatste drie — maar Biermann zijn carrière is wel gebroken en Deissler is gewoon gestopt) raken me best. Depressie is nog een taboe in het tribalistische spel dat voetbal helaas is. Wie anders is, is de gebeten hond. Je moet in de massa passen of je gaat harde tijden tegemoet, zelfs binnen sommige clubs’ supporterskringen. Racisme en homoseksualiteit worden terecht als taboe dat doorbroken moet worden aanzien, maar depressie hoort ook in dit rijtje thuis. Ik zou mede-depressievelingen alleszins niet aanraden te gaan voetballen en zelfs niet eens om te gaan supporteren voor een club met een zeer grote aanhang. Bij clubs met een gemoedelijker kleinschaliger sfeer kan je misschien op begrip rekenen, bij grotere clubs ben je een nummer in de rij dat niet in de rij geaccepteerd wordt als hij niet in het plaatje past.

Plaats een reactie